History010 Tijdlijn
Deze tijdbalk laat de geschiedenis zien door de ogen van Rotterdammers. Geschiedenis is een kwestie van perspectief. What’s your story? Je bent van harte uitgenodigd om jouw perspectief toe te voegen aan de tijdbalk. Zo bouwen we samen aan een inclusieve geschiedenis van de stad Rotterdam. Rotterdammers (her)schrijven geschiedenis – en bouwen aan de toekomst.
CIDADE VELHA – HET HISTORISCHE CENTRUM VAN RIBEIRA GRANDE
was de eerste Europese koloniale stad in de tropen. Dit was een beslissende stap in de Europese expansie naar Afrika en het Atlantisch gebied aan het eind van de 15e eeuw. Het was een bijzonder centrum voor de internationale maritieme handel in de routes tussen Afrika en de Kaap, Brazilië en het Caribisch gebied. De stad ligt in het zuiden van het eiland Santiago en heeft een aantal oorspronkelijke stratenpatronen en indrukwekkende overblijfselen behouden, waaronder twee kerken, een koninklijke vesting en het Schandpaal Plein, met een sierlijke 16e-eeuwse marmeren pilaar.
HUGO DE GROOT BENOEMD TOT PENSIONARIS VAN ROTTERDAM
Hugo de Groot (Delft 1583 - Rostock 1645) was een rechtsgeleerde die grote invloed heeft gehad op het internationaal recht. Zijn beroemdste werken zijn De iure belli ac pacis (Over het recht van oorlog en vrede, 1625) en Mare Liberum (Vrije zee, een pleidooi voor de vrije toegang tot de zee). Vervolgd door vijanden van Oldenbarnevelt ontsnapte hij, verborgen in een boekenkist, uit slot Loevestein en ging in ballingschap in het buitenland. Een standbeeld van hem op sokkel, onthuld in 1970, is te zien voor het stadhuis aan de Coolsingel 40.
PIET HEYN NAAR SÃO VICENTE
Sonya Dias legt uit dat de relatie tussen Rotterdam en Kaapverdië veel ouder is dan we denken. In 1621 wordt de Westindische Compagnie (WIC) opgericht. De WIC is een oorlogsinstrument om Spanje-Portugal zoveel mogelijk schade toe te brengen. De eerste gedachten gaan uit naar het hart van de slavenhandel: het veroveren van Fort Elmina (Ghana), Luanda (Angola) en de suikerplantages in Salvador (Brazilie). Piet Heyn is schepen (wethouder) van Rotterdam als hij in 1623 wordt benoemd als vice-admiraal onder admiraal Willekens. In februari 1624 zeilt Pien Heyn naar de baai van Sao Vicente. Dit is de verzamelplaats van de WIC vloot, waar ze zich ongeveer een maand lang voorbereiden op de verovering van Salvador.
BLOEDBAD BIJ MYSTIC
Daphne Malthe legt uit. In 2014 wordt de voetafdruk van Pelgrimvaders-leiders William en Dorothy Bradford in Delfshaven vereeuwigd in een koperen plaquette. Dit is speciaal bedoeld voor Amerikaanse toeristen die op zoek zijn naar de 'roots' van de 'founding fathers' en worden als helden gezien. Wat we zouden moeten weten, is dat diezelfde William Bradford in zijn "History of the Plymouth Plantation" verslag doet van wat één van de eerste genocides wordt genoemd. "When the Pilgrims came to New England they were coming not to vacant land, but to territory inhabited by tribes of Indians. The governor of the Massachusetts Bay Colony, John Winthrop, created the excuse to take Indian land by declaring the area legally a "vacuum." (Bron Howard Zinn) In 1637 leidde John Mason een aanval op het versterkte dorp van de Pequot stam. Hij koos ervoor niet te vechten volgens de wetten van oorlog (oog in oog), maar het dorp in brand te steken met alle inwoners er in. William Bradford schrijft: "Those that escaped the fire were slaine with the sword; some hewed to pieces, others rune throw with their rapiers, so as they were quickly dispatchte, and very few escaped. It was conceived they thus destroyed about 400 at this time. It was a fearful sight to see them thus frying in the fire, and the streams of blood quenching the same, and horrible was the stincke and sente thereof, but the victory seemed a sweet sacrifice, and they gave the prayers thereof to God, who had wrought so wonderfully for them, thus to inclose their enemise in their hands, and give them so speedy a victory over so proud and insulting an enimie." (Bron: Howard Zinn). Saillant detail: John Mason, de aanvoerder van dit bloedbad, heeft zijn militaire opleiding in Nederland genoten, in dienst van het leger van Frederik Hendrik van Oranje Nassau, tijdens de 80-jarige oorlog. In 1889 kreeg John Mason een groot standbeeld voor zijn overwinning op de Pequot. In 1996 zijn het standbeeld en plakkaat verwijderd.
PEDRO VAN BELLE: PAMFLET SLAVENHANDEL
Wim Reijnierse legt uit dat dit pamflet de actieve rol van Rotterdamse bestuurders in de slavenhandel laat zien. De Rotterdamse broers Joshua en Pedro van Belle zijn actief in de slavenhandel. In de 1660-er jaren werken zij eerst samen in Spanje voor het slavenhandelsbedrijf van Domingo Grillo en Ambrosio Lomelin. Joshua keert na 1670 als rijk man terug naar Rotterdam. Hij bekleedt verschillende ambten, zoals thesaurier, schepen (wethouder) en burgemeester, en bewindhebber van de VOC. Pedro gaat een andere weg: hij wordt administrateur-generaal in de West (Curaçao) en speelt een spilfunctie in de Transatlantische slavenhandel. Hij wordt (rond 1685) door de Spanjaarden verdacht van fraude. Om zich te verdedigen tegen de beschuldigingen, schrijft hij een gedetailleerd verhaal over hoe hij precies de slavenhandel organiseerde. Van dit belangrijke document is maar één exemplaar terug gevonden en het wordt momenteel onderzocht door Nederlandse, Spaanse en Portugese historici.
CUFFY LEIDT GROOT VERZET TEGEN SLAVERNIJ IN BERBICE
Sophie Rose vertelt dat deze slavenopstand - in de Nederlandse kolonie Berbice - bekend is als de eerste grote opstand tegen slavernij op het Amerikaanse continent. In februari 1763 kwamen tot slaaf gemaakte bewoners van meerdere plantages aan de rivier de Berbice in opstand tegen de wrede behandelingen die ze moesten verduren. De opstand verspreidde zich, en al snel vluchtten de meeste Europese kolonisten weg uit de kolonie. Voor meer dan een jaar wisten de rebellen, onder leiding van Coffy en Accra, de kolonie Berbice bezet te houden, met als doel een onafhankelijke staat te stichten. Pas in de lente van 1764 wist het Nederlandse bestuur de kolonie te heroveren, en dat alleen met behulp van inheemse bondgenoten en Surinaamse, Franse, en Engelse militairen. Bij de 'Tijd van Revoluties' denkt men vaak aan de Franse en Amerikaanse Revoluties, of misschien aan de Haitiaanse van 1791. Maar het revolutionair tijdperk begon eigenlijk al in 1763, in Berbice, een vrij onbekende Nederlandse kolonie waarin ook de Rotterdamse WIC deel had. Nog nooit hadden zo veel tot slaaf gemaakten voor zo'n lange tijd hun overheersers verjaagd, en nooit eerder was onafhankelijkheid zo dichtbij.
ROTTERDAMSE VROUWEN IN ACTIE TEGEN SLAVERNIJ
Patricia Ooms ziet deze groep vrouwen als stille heldinnen en legt uit waarom. Net als in Noord-Amerika en Engeland speelden in Nederland vrouwen een belangrijke rol in de strijd om de afschaffing van de slavernij. In Rotterdam werd rond de jaarwisseling van 1841 - 1842 actie ondernomen door The Rotterdam Ladies Antislavery Committee, een op Engeland georiënteerde vrouwenvereniging tegen de slavernij. Op 29-4-1842 schreven zij een petitie aan koning Willem II met het verzoek om de afschaffing van de slavernij. Die werd door 130 vrouwen ondertekend. Koning Willem II reageerde verbaasd op het Rotterdamse vrouwenadres. Hij merkte bij de ontvangst op, dat hij nog nooit zoiets gekregen had. Hij en Minister van Koloniën J.C. Baud zaten nogal in hun maag met de anti-slavernijbeweging. Ze hadden het niet zo op dit type burgerprotesten. Om de beweging in de kiem te smoren beloofde de regering in een reactie op de petities dat slavernij ooit, in de verre toekomst, zou worden afgeschaft, maar dan wel op een voorzichtige manier. De eerste periode in de strijd voor de afschaffing van de slavernij was gekenmerkt door gebrek aan samenwerking, door tegenwerking van de kant van de overheid en door ontmoediging vanwege gebrek aan resultaat.Ik vind het belangrijk om dit te delen omdat de rol van vrouwen in de geschiedenis veelal onderbelicht blijft. In deze strijd hadden zij te maken met tegenstand van mannen. Toch gaven zij niet op en werd na 1853 een damescomitee opgericht in Amsterdam die zich inzette om slaven vrij te kopen. Ik vind dat Rotterdammers dit moeten weten omdat in die tijd veel Rotterdammers wisten waar Havenbaronnen en kapiteins zich mee bezighielden en zich daartegen niet in opstand kwamen, op deze kleine groep Rotterdamse vrouwen na. Zij zijn naast de vrouwen in Suriname, Afrika, VS en de Antillen de stille heldinnen.
RENNEN NAAR BEVRIJDING VAN SLAVERNIJ
Francio Guadeloupe legt uit: De "Diamond Estate Run" vond plaats op Sint Maarten. De dag nadat de Fransen slavernij afschaften, vertrokken alle "tot slaaf gemaakten" van de Diamond Estate - op de Nederlandse kant van het eiland - naar de Franse kant. En daar was iedereen direct vrij! Nederland zou nog tot 1 juli 1863 wachten met de afschaffing van de slavernij in Suriname en op de Antillen. De Diamond Estate Run wordt tegenwoordig jaarlijks herdacht tijdens Emancipation Day, op 1 juli. En let wel, Sint Maarten is de plek in het Koninkrijk waar de viering van 1 juli een officiële feestdag is.
DELFSHAVEN GEANNEXEERD DOOR ROTTERDAM
Patrick Boel legt uit: De annexatie van de gemeente Delfshaven door Rotterdam is een voorbeeld van de ontstaansgeschiedenis van de start door het geleidelijk annexeren van buurgemeentes. Het verklaart, waarom Rotterdam zoveel verschillende 'stadscentra' heeft met een eigen stedenbouwkundige, economische, sociologische en culturele identiteit.
NEDERLAND BRENGT EERSTE JAVAANSE CONTRACTARBEIDERS NAAR SURINAME
Joan Mertodirjo vertelt: Wat Nederland gedaan heeft in haar koloniën is bepalend geweest voor bevolkingssamenstelling in die koloniën en ook voor de diaspora in Nederland. Na de afschaffing van de slavernij zijn er contractarbeiders uit India en Indonesië getransporteerd naar Suriname om te werken op de plantages. Nakomelingen van deze contractarbeiders wonen ook in Rotterdam. Op 9 augustus 1890 kwam de eerst boot met 94 contractarbeiders aan in Suriname.
ARTHUR PARISIUS KOMT AAN ALS VERSTEKELING VAN HET SCHIP COTTICA
Dolores Hart vertelt: Arthur heeft een duidelijke invloed gehad als muzikant op de muzikale verbinding tussen de autochtonen en Surinaamse gemeenschap in Rotterdam (zelfs landelijk) en ook het ontstaan van de Kruiskade en Kaseko zoals wij Rotterdammers het kende. De Negerpaleis Mephisto op de Binnenweg en de Tempel en later Nightown op de Kruiskade zijn onuitwisbaar. Net als het optreden van de Bajonetploeg (politieteam) die Arthur en de komst van de Surinamers niet waardeerde en dit met valse arrestaties en geweld probeerde te onderdrukken. Het is belangrijk dat we geschiedenis kennen om niet in herhaling te vallen, maar het is nog belangrijker om de nieuwe generaties nieuwe voorbeelden te geven, waaruit blijkt dat wij van het verleden hebben geleerd en dat wij trots zijn op al onze geschiedenis, omdat we ervan hebben geleerd. Namen en gebeurtenissen zijn niet vergeten, iedereen mag het weten en de negatieve gebeurtenissen zullen wij omarmen om geen fouten te maken in de toekomst. Noem zaken bij hun naam en laat ieder historisch figuur zijn bagage dragen. Arthur is net als vele Rotterdamse (Surinaamse) muzikanten een historisch goed.
BOMBARDEMENT ROTTERDAM
Annefleur Vebaas legt uit dat het bombardement van Rotterdam door Nazi-Duitsland toen, nog steeds kenmerkend is voor het Rotterdam van nu.
TRANSPORT VAN MOLUKKERS KOMT AAN MET KOTA INTEN IN ROTTERDAM
Tim de Haan vertelt: Tussen maart en juni 1951 worden in twaalf transporten zo'n 12.000 Molukkers naar Nederland verscheept. Veelal in dienst van het KNIL was de positie van de Molukse militairen precair in het net onafhankelijke Indonesië. Als (beoogd) tijdelijke oplossing werden de militairen met hun familie overgebracht naar Nederland. Daar kwamen ze onder andere aan in Rotterdam. Het laatste (12e) transport met ruim 1000 passagiers kwam aan op de Lloydkade.
KEIZERLIJK BEZOEK AAN ROTTERDAM
Jorge Oliveira Lizardo legt uit dat het bezoek van de Abessijnse/ Ethipische keizer, Ras Tafari Makonnen Haile Selassie I , aan onze stad heel bijzonder was. De keizer werd groots onthaald, in aanwezigheid van de koninklijke familie. Honderden Rotterdammers waren op de Coolsingel met rood-geel-groene vlaggen om hem te verwelkomen. 1955 was het begin van de exodus der nazaten van de WIC & VOC geslaafde Afrikanen naar de geboortestad van Piet Heyn. Rotterdam is zo een creoolse stad geworden, hallo Suriname, ABC, SSS & Cabe Verde.
OPENING SALVADOR ALLENDE CENTRUM
Ineke Palm legt uit dat er veel solidariteit met Chilenen was na de val van Allende. De (linkse) wereld leefde mee en vluchtelingen waren welkom. Het SAC was de ontmoetingsplek waar Chilenen elkaar en andere Rotterdammers konden ontmoeten en weer mens konden worden. Nu anno 2020 beleven we het omgekeerde: terwijl Europa medeverantwoordelijk is voor veel conflicten en omstandigheden (tweedeling, klimaat), houdt Europa haar poort angstvallig gesloten voor dezelfde vluchtelingen. Daarom is de periode met de Chilenen een voorbeeld voor nu.